Driekleurnonnen

De driekleurnon is een vogel van ongeveer 11-12 cm, Hij behoort tot de Lonchura's en komt voor in India en Sri Lanka. het is een bijzonder verdraagzame vogel, vooral in de voliere. Met alle vogels is het goed opschieten . Het is lastig een koppeltje te vormen omdat het geslachtsonderscheid niet door de tekening is te ontdekken. De zang van de man, of wat er voor door moet gaan, is het bewijs dat het werkelijk een man is. Zacht en haast onzichtbaar soms laat het mannetje merken dat hij er is. Opletten dus, of via een DNA-geslachtstest, het onomstotelijk bewijs vormen,

Hiernaast een driekleurnon met een uitstekende tekening. De kunst is om de tekening strak en symetrisch te krijgen. Dat valt niet mee, maar als u eenmaal een stel hebt waarvan de tekening perfect is schiet u een eind op in een goed TT resultaat. Wel moet uiteraard de conditie top zijn en de vleugels mooi egaal bruin, het wit wit en niet creme of grijs en zal de kop echt zwart moeten zijn en strak afgetekend naar de borst

Opvallend is dat deze prachtige  en sterke vogel zo weinig op Tentoonstellingen wordt gezien. Zelfs op de Mondial2015 in Rosmalen was geen enkel exemplaar te bewonderen. Wellicht is de oorzaak dat de vogels nogal druk zijn en zich niet makkelijk in een TT-kooitje laten stoppen. Het vergt toch zeker wel een week of zes om de vogels enigszins rustig te krijgen in een TT-kooi. Een trainingskapje is wel noodzakelijk daar de vogels anders zichzelf ernstig beschadigen.

Broeden doen de vogels hoofdzakelijk in een goed beplante volière. Hierin kunt u rustig een aantal onverwante vogels hun gang laten gaan; de koppels zijn snel gevormd en het bouwen van een nest, in een gesloten tropenblokje met een invlieggat van 4 cm of in een struik, kan beginnen. 3 tot 6 eitjes worden gelegd die hoofdzakelijk door de pop bebroed worden. Wanneer de jongen na een dag of 13, een beetje afhankelijk van de buitentemperatuur, uitkomen is het zaaks de vogels extra dierlijk eiwit voor te zetten in de vorm van Buffalo's, pinkies en geknipte meelwormen. Uiteraard mag een goed eivoer niet ontbreken. Ook insectenvoer kan ter beschikking worden gesteld. Voorts is een goede zaadmengeling met wat extra gepelde en gebroken haver en wat Paddy en soms wat kiemzaad voldoende om de vogels in goede conditie te houden. De jongen zijn circa 3 weken na het uitvliegen zelfstandig.

 

 

Op de tekening hiernaast is goed te zien hoe de borstvlek doorloopt tot tussen de poten en overgaat in de onderste staartveren. De koptekening is scherp, het wit is ook daadwerkelijk wit. De vleugels zijn bruin. Tegenwoordig iets dieper bruin dan de vogel op de tekening. 

Omdat nonnen en rietvinken vaak in moerasachtige gebieden met scherp gras leven  beschikken ze over zeer snel groeiende nagels. Het is soms noodzakelijk om de nagels, zeker als de vogels in een broedkooi zitten, om de twee maanden te knippen. Dit gaat het handigst als je dat knippen voor een bureaulamp doet. Duidelijk is dan te zien waar de bloedvaatjes ophouden en waar dus geknipt kan worden. Pas dus op dat u niet in het "leven" knipt, het wordt anders aan bloederige toestand.

In zijn algemeenheid komen nonnen en ook rietvinken niet snel op kleur. Meestal duurt het 6 maanden voordat de jonge vogel de kleuren van de ouders laat zien. Het is noodzakelijk om de vogels niet eerder te laten broeden dan na een jaar. Eerst dan zijn de vogels geestelijk en lichamelijk rijp genoeg om die zware tijd in te gaan.

Door een paar jaar goed selecteren waren de vogels qua tekening prachtig en was het model ook acceptabel voor op een tentoonstelling. Op diverse tentoonstellingen werden eerste prijzen gewonnen . {zie hiervoor de rubriek "resultaten").